Paesmans Autogroep
Aan de voet van de langste vierendeelbrug van België staan twee Renaults neus aan neus. Jasper en Romy zwaaien al van ver. Of hoe Paesmans Autogroep het decor vormt van een heuse love story.
Jasper en Romy, hoe hebben jullie elkaar leren kennen?
Jasper: “Nog voor ik Romy voor het eerst zag, wisselden we al enkele berichtjes uit via een dating app. Het klikte meteen tussen ons.”
Romy: “De dag nadien stapte ik met mijn mama de garage van Paesmans Beringen binnen. Ik wist toen nog niet dat Jasper daar werkte.”
Jasper: “Dat ik die dag op die plek werkte, was ook toevallig, want ik verving een collega die vrijaf had. En ongelooflijk maar waar: we herkenden elkaar totaal niet van de app. Ik heb Romy uitleg gegeven over een auto zonder dat we beiden beseften dat we elkaar de avond voordien al berichten gestuurd hadden. 's Avonds begon het mij te dagen, toen ik haar profielfoto nog eens goed bekeek.”
Romy: “Ik kreeg toen een berichtje: ‘Jij komt me nu toch wel héél bekend voor.’ (lacht)”
En een jaar later troont hij je voor een fotoshoot mee naar een oude brug diep in Limburg.
Romy: “Ja, waarom Jasper?”
Jasper: “Ik heb deze plek eigenlijk uit verveling ontdekt. Tijdens corona waagde ik me met een paar vrienden aan urbex (urban exploring, nvdr). We bezochten toen allerlei verlaten gebouwen en bouwsels, zoals deze brug. Ik vond dat toen een hele mooie plek. Voila.
Nochtans is ze niet vlot toegankelijk. Maar ik merk dat jullie elkaar voortdurend helpen.
Romy: “Elkaar helpen kenmerkt ons wel als koppel. We hebben eens zes weken samen op een appartement gelet. Alles moesten we samen leren. We leerden elkaar koken en deden de strijk onder leiding van Youtube. Jasper draagt alleen maar hemden op zijn werk. Dus elke maandagavond streken Youtube en ik vijf hemden voor hem.”
Jasper: “Ik denk dat het niet uitmaakt wat we elkaar vragen, we zullen elkaar altijd helpen.”
Romy: “Ik heb een heel moeilijk jaar gehad met op korte tijd veel sterfgevallen en kanker in mijn directe omgeving. Jasper verscheen midden in die storm.”
Jasper: “We hadden veel aan elkaar, ook al was het niet altijd makkelijk om te praten.”
Romy: “Ik wilde toen nooit thuis zijn. Altijd was ik weg of zat ik op mijn kamer. Ik trok me terug en babbelde nooit met iemand. Toen Jasper kwam, zei mama dat ik mezelf stilaan terugvond. Nu ben ik niet liever dan thuis met hem.”